Buitengerechtelijk minnelijk akkoord
Een buitengerechtelijk minnelijk akkoord is vormeloos, doch ook zonder bescherming: het staat partijen vrij onderling hun akkoord te bepalen, met het oog op de reorganisatie van het geheel of een gedeelte van de activa of activiteiten. Er is geen formele bescherming te genieten zoals elders voorzien in Boek XX.
Het voordeel van deze procedure is dat ‘the usual suspects’ zoals de RSZ, FOD Financiën, Vlaamse Belastingdienst doorheen de regel kortere afbetalingsfaciliteiten geven in deze piste.
Voorts zijn er wel twee akkoorden nodig, dus er is nood aan minstens twee schuldeisers met wie een akkoord wordt afgesloten. Akkoorden die worden afgesloten in toepassing van artikel XX.37 WER worden uit de verdachte periode (art. XX.111, 2° en 3° en XX.112 WER) gesloten.
De akkoorden kunnen vervolgens gehomologeerd worden door de rechtbank, maar ook hier is er geen publiciteit van het akkoord.